De kleinhandelsvergunning (vroegere sociaal economische vergunning)
Wanneer een kleinhandelsactiviteit met een netto handelsoppervlakte van meer dan 400 m2 start, is een kleinhandelsvergunning nodig. Dit geldt zowel voor nieuwe als bestaande vergunde gebouwen en zowel voor één handelsvestiging als voor een handelsgeheel. Ook als de handelsoppervlakte of categorie wijzigt, is dit vergunningsplichtig.
Enkel als men tijdelijke handelsactiviteiten uitvoert, van minder dan 90 of 180 dagen per jaar, is er geen omgevingsvergunning nodig.
Men spreekt van een wijziging waarvoor een vergunning nodig is als:
- handelsvestigingen samengevoegd worden met een netto handelsoppervlakte (na samenvoeging) groter dan 400 m²
- een handelsvestiging uitbreidt met meer dan 300 m² of meer dan 20% van de reeds vergunde netto handelsoppervlakte
- een wijzigen in categorie(ën) van kleinhandel (met 10% van de totale vergunde netto handelsoppervlakte of > 300 m²)
Dit zijn de vier (in het decreet bepaalde) kleinhandelscategorieën:
- Categorie A: verkoop van voeding
- Categorie B: verkoop van goederen voor persoonsuitrusting
- Categorie C: verkoop van planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw
- Categorie D: verkoop van andere producten
Behandeling en beoordeling van de kleinhandelsvergunning
De kleinhandelsvergunning geeft toelating voor:
- een combinatie van één of meerdere categorieën van kleinhandel
- een bepaalde netto handelsoppervlakte op een welbepaalde locatie
- een onbepaalde duur (vervaltermijn van 5 jaar)
De aanvraag voor een kleinhandelsvergunning kan dankzij de inkanteling in de omgevingsvergunning gecombineerd worden met een ander onderdeel van de omgevingsvergunning (bvb. stedenbouwkundig, milieu) dan spreekt men van een 'gemengd project'.
De verschillende deelaspecten van de omgevingsvergunning vraagt men aan met hetzelfde aanvraagformulier op het omgevingsloket.