Borre, Trien en Jefke, de reuzen van Leefdaal
Het hoogtepunt van de vijftigste verjaardag van de Filharmonie van Leefdaal in 1890 was de geboorte van de reuzen Borre en Trien. De reuzen stellen twee vroegere herbergiers uit de Kleine Kerkstraat voor.
Het herbergierskoppel
Het sprak voor zich dat dit echtpaar werd vereeuwigd in een reuzenpaar. De herberg was namelijk een geliefkoosde plaats voor de mensen uit Leefdaal. Het koppel schiep er een unieke sfeer door liederen te zingen over alle grote feiten uit het dorpsleven. Alle moorden en branden kwamen erin voor. Ze waren enorm gekend en geliefd in Leefdaal. Als Borre zong, klommen de luisteraars op een stoel om in zijn wijdopen mond te kijken. Ze beweerden zo de lever van de zanger te kunnen zien. Trien was een andere attractie. De jeugd vond het een waar genoegen haar te treiteren door te beweren dat ze geen hemd droeg. Ze schortte onmiddellijk haar rokken op om het kledingstuk te tonen. Kortom, het was een plezant café bij Borre en Trien, waar iedereen graag vertoefde en veel lachte. De zaak was zo'n succes dat er met de kermis soms meer volk over de vloer kwam dan in de eigenlijke danszalen.
De reuzenpoppen
De reuzenpoppen bestaan uit een licht, houten geraamte waarop het bordpapieren hoofd is vastgemaakt. De Borre-reus heeft, net zoals de man zelf, grote oren: 'lang genoeg om de vliegen van zijn gezicht te jagen'. Het houten geraamte werd in 1939, ter gelegenheid van de honderste verjaardag van de jongmansgilde nummer een, vernieuwd door 'de witte van den duim', Jules Vander Hulst. Ook de kledij van het paar werd toen aangepast door Petronilla Smets, ook wel gekend als 'Nille van de preiter', en Louisa Gijns of 'Wis van den bak'. Borre draagt een zwarte boerenklak en een blauwe kiel, zoals vroeger de veekooplieden gekleed gingen. Rond de hals zit de onvermijdelijke zakdoek. Trien is een boerin uit de negentiende eeuw met een kanten muts, een geruite bloes en een zwarte schort. Elke reuzenpop wordt door een enkele man gedragen, die de wereld alleen kan bekijken door een kleine opening.
De geboorte van Jefke
In 1979, ter gelegenheid van de 140ste verjaardag van de heropening van de jongmansgilde zijn de reuzenpoppen volledig vernieuwd. Louis Vander Hulst bouwde de geraamten uit stalen buizen. De koppen zijn het werk van Julia Forrez, echtgenote van Frans Lannoy, uit Bertem. Paula Puttemans, vrouw van Louis, naaide de kleren, die nauw aansluiten bij de oude. Toch is de outfit van Trien ietwat aangepast aan de kledij van de mekes, de gilde van de getrouwde vrouwen. Door de nieuwe aanpak hebben de reuzen wat aan gewicht gewonnen.
Naast het echtpaar werd ook een reuzenkind gebouwd. Zijn naam is Jefke, want als jonggezel moest hij uiteraard onmiddellijk aansluiten bij de jongmansgilde, de Jefkes. Zijn gestel is natuurlijk identiek aan dat van de beide andere reuzen. Zijn hoofd, dat lijkt op dat van Franky, zoon van Louis en Paula, is van polyester gemaakt.
De reuzen blijven het trouw bewaarde bezit van de Filharmonie die ze alleen bij bijzondere gelegenheden buitenhaalt.