naar top
Gemeente Bertem

Winke Wieërs, onze nieuwe dorpsdichter!

Niels Boutsen geeft zijn pen door aan Winke Wieërs. Het is nu haar beurt om je met haar poëzie te doen nadenken, waarnemen, voelen en proeven van kleine en grootse dingen.

Winke houdt van woorden en woordkunst. In haar jeugd volgde ze dictie en voordracht en behaalde zo in 1991 een zilveren medaille aan de Woordacademie van Beringen. Ze schreef toen ook al af en toe gedichten en won in 1990 een poëzieprijs. Toch koos ze na lang twijfelen niet voor Germaanse filologie, maar voor ingenieurswetenschappen en sloeg dus een andere weg in. Maar kijk, zoveel jaren later neemt ze die pen weer op en verblijdt ze ons met enkele mooie gedichten.

Maar eerlijk, die pen heb je niet nu pas terug ontdekt. Toch?

“Nee, hoor. Ik ben blijven schrijven. Maar niet veel. Elk jaar publiceer ik met Gedichtendag een gedicht op het intern communicatiekanaal van mijn werk. Mijn collega’s verwachten dit ondertussen ook. Dit jaar dreigde ik het te vergeten. Dus hebben ze me er gewoon op gewezen en heb ik ’s avonds nog snel een gedicht geplaatst. Zo hou ik de traditie al 11 jaar in stand. Het zijn allemaal gedichtjes met een vleugje humor. Misschien dat ze daarom zo gesmaakt worden.

Daarnaast schrijf ik soms ook een kortverhaal. Ik hou van het Afrikaans. Eén keer per jaar is er het Woordfees, een kunstenfestival in Stellenbosch, Zuid-Afrika. Zij organiseren ook telkens een wedstrijd voor kortverhalen. De 25 beste verhalen worden gepubliceerd. Ook ik stuur elk jaar een kortverhaal in. Ja, in het Afrikaans. Ik heb nog nooit gewonnen, maar vind het wel fijn om te doen.”

Lees je dan ook Afrikaanse werken?

“Het is een mooie taal. Dus ja, je vindt in mijn boekenkast een paar gedichtenbundels en romans in het Afrikaans. Maar daarnaast lees ik natuurlijk nog heel wat andere poëzie. Het liefst met wat humor erin. Zoals de gedichten van Toon Hermans of Joe Roxy, het alter ego van Bart Peeters, die je misschien nog kent van het Peulengaleis. Maar ook gedichten van Toon Tellegen of Herman De Coninck vind ik mooi.”

Waarom wilde je dorpsdichter worden?

“Ik woon al 24 jaar in Bertem en het is hier heerlijk wonen. Ik wandel graag door Bertembos, de Koeheide en ‘t Vossenhol. Tijdens zo’n wandeling kom ik tot rust en vormen zich vaak nieuwe ideeën. Zo ontstaan ook nieuwe gedichten, al wandelend. Daarbij vind ik het spelen met woorden erg leuk. Ik hou dan ook van woordpuzzels en cryptogrammen. Maar ik neem er niet altijd de tijd voor. Deze aanstelling als dorpsdichter zet er mij toe aan om een oude liefde weer op te nemen. En natuurlijk hoop ik ook dat mijn poëzie iets losmaakt bij mijn dorpsgenoten, waardoor ze zelf ook de goesting krijgen om meer poëzie te lezen of zelf te gaan schrijven.”

Als je die goesting kan overbrengen, is dan voor jou je opdracht als dorpsdichter geslaagd?

“Ja, absoluut. Wanneer mensen de gedichten die ik schrijf leuk vinden, naar een volgend gedicht uitkijken of de smaak te pakken krijgen om te lezen of zelfs te schrijven, dan is mijn doel bereikt.

En puur voor mezelf, wil ik drie jaar lang elke week een gedicht schrijven. Natuurlijk zal het niet altijd voor publicatie geschikt zijn. Sommige zullen te persoonlijk zijn. Andere gewoon niet goed genoeg. En bovendien zullen het er ook veel te veel zijn. Maar ik wil die uitdaging wel aangaan.”

Wat mogen we precies van jou als dorpsdichter verwachten?

“Als dorpsdichter zal ik enkele concrete opdrachten krijgen van het lokaal bestuur om de rijke historie en de landschappelijke waarde van de drie kernen van Bertem te benadrukken. Bovendien zal ik af en toe een gedicht voordragen bij speciale gelegenheden, zoals bij de 11 novemberviering.

Maar daarbuiten wil ik ook graag gedichten schrijven over alledaagse dingen, dingen die we rondom ons zien of dingen die ons bezig houden. Daarbij lijkt het me leuk om ook enkele activiteiten te organiseren zoals een poëziewandeling door Bertem voor jong en oud, of een poëzieworkshop voor kinderen in de bibliotheek.

En waarom mij beperken tot schrijven alleen? Ik teken ook graag en kan de twee misschien wel combineren. Een tekening bij elk gedicht om in het infoblad te plaatsen, bijvoorbeeld.” 

En door wat laat je je dan inspireren?

“Het alledaagse en mijn omgeving. Zoals bij één van de gedichten die ik instuurde als kandidaat-dorpsdichter. ‘Vergeten Woorden’ is een heel persoonlijk gedicht. Het gaat over Alzheimer waarmee ik nu in de familie geconfronteerd wordt. Daarom lees ik er de laatste tijd veel over. Automatisch stel je je dan de vraag of je die ziekte zelf ook gaat krijgen. Zeker als je eens iets vergeet. Dus ja, ik ben er veel mee bezig en dan wordt het snel een onderwerp waarover ik schrijf. Maar even goed schrijf ik op een ander moment een kort, humoristisch gedichtje over iets compleet anders.”

Wie wil je bereiken met je gedichten?

“Mijn poëzie is voor alle leeftijden. Ik vermijd doelbewust moeilijke woorden waardoor mijn gedichten toegankelijk zijn voor iedereen. Als ik iemand hoor zeggen ‘Dat gedicht had ik ook kunnen schrijven’, dan beschouw ik dat als een compliment. We vergeten vaak hoe mooi onze taal is. Zelf hou ik ook erg van kleinkunst, waarbij je ook dat gevoel krijgt van: ‘Amai, dat is zo mooi gezegd of gezongen’. Met mijn poëzie wil ik dus graag de woorden van Stef Bos alle eer aan doen ‘was ik maar een dichter, dan kon ik dichter bij jou zijn’.

En een dichter ben je, Winke. Meer zelfs je bent onze nieuwe dorpsdichter. Je hebt ons heel benieuwd gemaakt naar wat je voor ons gaat schrijven de volgende drie jaar. Als voorsmaakje trakteren we de lezer nu al op de gedichten waarmee jij de jury hebt overtuigd om dorpsdichter te worden.

Gepubliceerd op dinsdag 10 september 2024
Nieuwsoverzicht
Dorpdichter Winke

Lees meer artikels over

Deel deze pagina