Honderd word je niet zomaar
Vrijdagmiddag half twaalf, daags voor de heuglijke dag: we bellen aan bij de jarige. Haar zoon Harry, die dagelijks twee keer langskomt om te kijken hoe het met zijn mama gaat, laat ons binnen. Daar zit ze, Yvonne, een eeuw oud, in een ongelooflijk comfortabele zwarte fauteuil. Even denken we dat we verkeerd verbonden zijn, een foute bel hebben ingedrukt of ons van jaartal hebben vergist want Yvonne ziet er hooguit tachtig uit: ze straalt. Dat ze er zo goed uitziet heeft ze onder andere te danken aan Krista, de verzorgende van de dienst zorg en welzijn die twee keer per week langskomt om Yvonne te wassen. Daarnaast biedt ze een helpende hand bij de strijk en bij andere huishoudelijke taken. Op speciale dagen zoals vandaag wast en brusht ze zelfs haren en verzorgt ze de make-up. Yvonne ziet dat het goed is.
Ze vertelt over vroeger, Harry vult aan. Hoe ze tezamen als beenhouwers de markten van de buurt onveilig maakten en hoe Korbeek doorheen de jaren veranderd is, al bleef de tijd er ook een beetje stilstaan. We vragen discreet naar de plannen van de honderdjarige en zijn een beetje teleurgesteld als we horen wat we allemaal gaan missen. Zoon Harry zit in een kookclub en is al dagen bezig met de voorbereidingen van het feestmaal. Geloof ons: het wordt smullen.
Iedereen verdient rust. Dat Yvonne die rust vindt, heeft ze te danken aan Harry, de buren en de ondersteuning die via de dienst zorg en welzijn aan komt waaien. Naast Krista komt er tweewekelijks ook een poetshulp om ervoor te zorgen dat het appartement er piekfijn bijligt. De verzorgende krachten en de poetshulpen van het lokaal bestuur halen elke dag alles uit de kast om zoveel mogelijk rust te brengen, niet enkel voor honderdjarigen maar voor iedereen die het nodig heeft.